Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X BV, Y BV en Z BV geen fiscale eenheid BTW vormen, omdat geen sprake is van financiële verwevenheid.
De heren B en C zijn ieder voor 40% aandeelhouder van X BV en voor 50% aandeelhouder van Y BV. Y BV is voor 20% aandeelhouder van X BV en voor 100% aandeelhouder van Z BV. Volgens het handelsregister is de heer B enig bestuurder van X en BV 1 en is Y BV enig bestuurder van Z BV. Uit de statuten van X BV en Y BV volgt dat ieder aandeel recht geeft op het uitbrengen van één stem.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X BV, Y BV en Z BV geen fiscale eenheid BTW vormen, omdat geen sprake is van financiële verwevenheid. Met de in de beroepsfase opgemaakte stemovereenkomst maakt X BV niet aannemelijk dat de stemafspraken bestonden in de jaren 2013 tot en met 2016. X BV heeft daarvoor geen steunbewijs geleverd. Bovendien was de meerderheid van de juridische en economische eigendom van de aandelen niet in dezelfde handen. Het beroep op het vertrouwensbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel slaagt evenmin. X' hoger beroep is ongegrond.
Lees ook het thema De holding in de btw.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 7
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Omzetbelasting
Editie: 27 juni
Informatiesoort: VN Vandaag