De heer X is verdachte met betrekking tot EU-accijnsfraude. De fraude gaat volgens de FIOD als volgt: vanuit het Verenigd Koninkrijk worden accijnsgoederen op papier via Nederland vervoerd naar Portugal, Spanje, Roemenië of een andere lidstaat met lage accijnstarieven. De goederen worden in werkelijkheid zonder betaling van hoge accijns in het VK afgezet. Het valse administratief geleidedocument (AGD) wordt in een laagtariefland afgetekend of afgestempeld en vervolgens teruggestuurd naar Nederland. Aan X is een naheffingsaanslag accijns opgelegd van ruim € 1,1 miljoen, er vanuit gaande dat aan alle AGD's fysieke goederenstromen ten grondslag hebben gelegen en dat de goederen dus in Nederland voorhanden zijn geweest. Rechtbank Limburg veroordeelt X tot 1,5 jaar gevangenis met aftrek van voorarrest. X gaat in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat uitsluitend is te bewijzen dat X tegen betaling van € 10.000 valse AGD's heeft opgemaakt om accijnsgoederen onbelast in de verbruikssfeer te laten komen. Aan de valse AGD's liggen namelijk geen fysieke goederenstromen ten grondslag. X kan volgens het dossier ook slechts met één feitelijk transport in verband worden gebracht. X is hier namelijk bij een vrachtwagen met wijn aangetroffen. X stelt echter met succes dat hij niet bij dat transport zelf was betrokken. X krijgt slechts een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden en een boete van € 5.000, subsidiair 60 dagen hechtenis, mede vanwege de forse overschrijding van de redelijke termijn. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20