De heer X doet in 2015 een gift van € 2.500 aan Moskee A, die de ANBI-status heeft. Deze instelling schrijft op 31 december 2015 aan X dat de gift op zijn verzoek is besteed aan een project van Vereniging E. In geschil is of X terecht giftenaftrek claimt. Volgens Rechtbank Den Haag is de gift niet aftrekbaar, omdat deze is doorgegeven aan een instelling zonder ANBI-status. X overlegt in hoger beroep een nieuwe verklaring van Moskee A uit maart 2018, waarin staat dat het doorgeven van de gift juist hun initiatief was en dat X dit slechts achteraf heeft goedgekeurd.
Hof Den Haag oordeelt dat de gift niet aftrekbaar is omdat Moskee A slechts als loket heeft gefungeerd. De nieuwe verklaring van de moskee baat X ook niet. De inspecteur heeft namelijk onweersproken gesteld dat X in de bezwaarfase telefonisch aan hem heeft meegedeeld dat het doneren bewust zo is opgezet om aftrek te creëren, aangezien Moskee A wel over een ANBI-status beschikt en Vereniging E niet. Kennelijk is de nieuwe - en hiermee tegenstrijdige - verklaring van de moskee dus op verzoek van X opgemaakt, zodat er geen waarde aan wordt gehecht. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.35
Wet inkomstenbelasting 2001 6.32