Rechtbank Gelderland oordeelt dat X geen winstuitdeling heeft ontvangen, zodat geen sprake is van een belastbaar feit. Grond voor navordering ontbreekt.

X verstrekt een privé-lening van € 1 miljoen aan een zakelijke vriend uit de vastgoedsector tegen een overeengekomen rente van 7%. X leent zelf € 1 miljoen van X BV, waarvan hij enig aandeelhouder is. De overeengekomen rente met X BV is 2%. De inspecteur stelt dat X zich ervan bewust is geweest dat hij werd bevoordeeld voor wat betreft het verschil tussen de te ontvangen rente van 7% en de te betalen van 2%. De inspecteur legt een navorderingsaanslag IB/PVV 2018 op. In geschil of sprake is van een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt en of sprake is van een uitdeling die moet worden belast in box 2.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat geen sprake is van een belastbaar feit en vernietigt de navorderingsaanslag. Voor het aanwezig zijn van een winstuitdeling is noodzakelijk dat X BV aandeelhouder X als zodanig heeft willen bevoordelen en dat X zich daarvan bewust is geweest. Gelet op het oordeel van Rechtbank Gelderland van 30 september 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:6105, V-N Vandaag 2024/1952, heeft de inspecteur niet aan de op hem rustende bewijslast voldaan om aannemelijk te maken dat sprake is van een winstuitdeling van X BV aan X. Omdat X BV geen winst heeft uitgekeerd aan X, is geen sprake van een grond voor navordering in box 2. Het beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Wet inkomstenbelasting 2001 4.12

Instantie: Rechtbank Gelderland

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting

Editie: 9 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

481

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen