De Commissie voor de Verzoekschriften van de Eerste Kamer oordeelt dat de erven geen beroep kunnen doen op de hardheidsclausule. Voor de woning die behoort tot de nalatenschap geldt de WOZ-waarde in het jaar van overlijden - in 2010 - als waarde voor de erfbelasting.

Kamerstukken I 2012/13, XCIX, nr. F  

Erflaatster overlijdt in maart 2010. Tot de nalatenschap behoort een woning. Volgens de Successiewet geldt de WOZ-waarde in het jaar van overlijden als waarde voor de erfbelasting. Verzoekers menen dat uitgegaan moet worden van de werkelijke verkoopopbrengst van de woning, die aanmerkelijk lager is dan de WOZ-waarde. Bovendien willen zij de kosten van opknappen en verkopen van de woning in mindering brengen. Zij beroepen zich op de hardheidsclausule. De Staatssecretaris van Financiën wijst dit verzoek af. Volgens hem zijn verder alleen begrafeniskosten aftrekbaar. Ook de Commissie voor de Verzoekschriften van de Eerste Kamer wijst het verzoek af. Er is geen sprake van door de wetgever niet voorziene gevolgen van wetgeving. Deze gevolgen kunnen niet ongedaan worden gemaakt door toepassing van de hardheidsclausule. Per 1 januari 2012 is de wet aangepast, waardoor de WOZ-waarde in het jaar volgende op dat van overlijden in aanmerking kan worden genomen. Hierbij is echter uitdrukkelijk afgezien van terugwerkende kracht.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Schenk- en erfbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 29 april

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen