Belanghebbende, X, vraagt op 26 september 2011 een ID-kaart aan bij de gemeente Amsterdam. In geschil is of de gemeente in verband met de aanvraag terecht leges van X heeft geheven.
Hof Den Haag oordeelt dat de gemeente Amsterdam ook na de reparatiewet geen leges mocht heffen bij de aanvraag van een ID-kaart. Dit omdat de gemeente na de reparatiewet de gemeentelijke legesverordening niet heeft aangepast. Volgens het hof kan de wetgever met terugwerkende kracht een grondslag invoeren voor de heffing van leges. Indien een gemeente op die grondslag leges wil heffen, moet de gemeenteraad echter zorgen voor een belastingverordening die op die grondslag teruggrijpt. In dit geval is de legesverordening van de gemeente Amsterdam gebaseerd op de Gemeentewet. Op grond van die wet kunnen echter geen leges worden geheven voor de aanvraag van ID-kaarten. Het belastbaar feit waarin de reparatiewet voorziet, kan ook niet worden gelijkgesteld met het belastbaar feit uit de Gemeentewet. Omdat de gemeenteraad heeft nagelaten de legesverordening aan te passen aan de reparatiewet, is er geen grondslag voor de onderhavige legesnota. Dat in de reparatiewet is opgenomen dat gemeentelijke belastingverordeningen worden geacht te zijn gebaseerd op die wet, maakt dat niet anders. Het is namelijk uitsluitend aan de gemeenteraad om in een gemeentelijke verordening te bepalen op welke grondslag gemeentelijke belastingen worden geheven en niet aan de wetgever in formele zin. Het hoger beroep van X is gegrond, de leges komen te vervallen.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 12 november