Hof 's-Hertogenbosch wijst het verzoek om herziening af, aangezien de feiten waar mevrouw X zich op baseert redelijkerwijs bekend konden zijn vóór de uitspraak van 7 maart 2014. Wellicht is in Luxemburg niet de correcte of volledige informatie aan X verstrekt, maar dat neemt niet weg dat de juiste informatie redelijkerwijs bekend kon zijn.
Mevrouw X verzoekt om toepassing van de inkeerregeling vanwege verzwegen buitenlands vermogen. Pas bijna drie jaar later legt de inspecteur - mede met behulp van de verlengde navorderingstermijn - aanslagen aan haar op. In geschil was destijds uitsluitend of de inspecteur voldoende voortvarend had gehandeld. Volgens Hof 's-Hertogenbosch had de inspecteur terecht eerst nadere gegevens bij X opgevraagd. De inspecteur had niet zes maanden of langer onnodig geen actie ondernomen. Het evenredigheidsbeginsel was dus niet geschonden. X ging vergeefs in cassatie (zie HR 26 september 2014, nr. 14/01886). X verzoekt thans om herziening van de hofuitspraak. Volgens X is medio april/mei 2017 gebleken dat was belegd in rentefondsen met een rendement van 3% en niet in aandelenfondsen met een rendement van 6% waarop de navordering was gebaseerd.
Hof 's-Hertogenbosch wijst het verzoek om herziening af, aangezien de feiten waar X zich op baseert redelijkerwijs bekend konden zijn vóór de uitspraak van het hof van 7 maart 2014. X heeft namelijk voorafgaand aan het opleggen van de aanslagen informatie opgevraagd bij diverse buitenlandse banken en is zelf naar Luxemburg gegaan om informatie te krijgen over de in een kluis aangetroffen bankbrieven. Wellicht is toen niet de correcte of volledige informatie verstrekt, maar dat neemt niet weg dat vóór 7 maart 2014 de juiste informatie over de fondsen redelijkerwijs bekend kon zijn.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:119