Naar aanleiding van een WOB-verzoek over de aftrekbaarheid van de advieskosten van een bedrijfsopvolgingstraject zijn meerdere documenten verstrekt. Hierbij wordt expliciet vermeld dat er geen sprake is van beleid.

Hof Arnhem-Leeuwarden stelt vast dat de socialeverzekeringspositie van X is geregulariseerd. Daarbij is afgesproken dat voor de periode 1 december 2011 - 31 augustus 2014 de Luxemburgse socialezekerheidswetgeving wordt toegepast. Het premie-inkomen van X in 2014 wordt dan ook verlaagd naar nihil.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat waterschap X niet de volledige voorbelasting ter zake van de investering in zonnepanelen in aftrek kan brengen. X maakt niet aannemelijk dat de opgewekte elektriciteit direct in het openbare elektriciteitsnetwerk wordt gebracht.

Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de jonge exclusieve auto door de ernstige schade en de blijvende status als ex-schade-auto in waarde is gedaald. De waardedaling wordt in goede justitie vastgesteld op € 10.000.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de taxateur van X naar referentievoertuigen verwijst die niet gelijksoortig zijn. Hierdoor staat vast dat er geen in de handel algemeen toegepaste koerslijst bestaat, zodat de forfaitaire tabel moet worden toegepast.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting ten onrechte is opgelegd, nu de verklaring van de controleur onduidelijk is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de letselschade-uitkering belast box 3-vermogen is en dat de vermogensrendementsheffing voor X geen individuele en buitensporige last is.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X niet inteert op haar vermogen. Uit de berekening van de rechtbank volgt namelijk dat X na het betalen van de belasting voldoende overhoudt om in haar levensonderhoud te kunnen voorzien. Er is geen sprake van een individuele en buitensporige last.

Vanaf begin 2025 kunnen fiscaal dienstverleners via hun eigen aangiftesoftware bezwaar indienen voor hun cliënten tegen aanslagen inkomstenbelasting, omzetbelasting en vennootschapsbelasting. Dat schrijft de Belastingdienst.

A-G Ettema is van mening dat voor de hoogte van de exportteruggaaf bepalend is de BPM die verschuldigd is geworden op het moment dat het belastbare feit is voltooid, zijnde de verschuldigde BPM op de datum van de tenaamstelling. De Hoge Raad zou ook “om” kunnen gaan door te oordelen dat X BV geen procesbelang heeft.