Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X in 2015 zodanig hoge inkomsten had dat de vereiste IB-aangifte niet is gedaan. Het bij de huiszoeking aangetroffen contante geld kan namelijk ook van zijn partner zijn, die als paaldanseres over veel contant geld beschikt.

X geniet volgens zijn IB-aangifte over 2015 € 7245 als resultaat uit overige werkzaamheden. Medio dat jaar start een strafrechtelijk onderzoek naar zijn betrokkenheid bij de productie van synthetische drugs. In 2016 wordt bij een huiszoeking veel contant geld en contant betaalde luxe goederen aangetroffen. Door de strafrechter is X inmiddels veroordeeld tot drie jaar cel. In geschil is de IB-aanslag over 2015, waarbij zijn resultaat uit overige werkzaamheden is verhoogd tot € 38.163. Volgens Rechtbank Den Haag berust de aanslag op een redelijke schatting. X gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X in 2015 zodanig hoge inkomsten had dat de vereiste aangifte niet is gedaan. Het contante geld kan namelijk ook van zijn partner zijn, die als paaldanseres over veel contant geld beschikt. Er kan dus geen omkering en verzwaring van de bewijslast plaatsvinden. De inspecteur maakt de correcties op basis van de normale bewijsregels ook niet aannemelijk. Zo is onduidelijk wie aan een contant betaalde vakantiereis heeft deelgenomen en wie voor € 25.000 in whiskey's heeft geïnvesteerd. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 25 mei

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen