De heer X werkt als saturatieduiker (met behulp van een duikklok) in de offshore. In 2013 en 2014 werkt X voor twee opdrachtgevers/bemiddelaars. In geschil is of X een IB-onderneming drijft. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is geen sprake van winst uit onderneming. Structureel werkt X namelijk slechts voor twee opdrachtgevers. X gaat in hoger beroep.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X niet voldoet aan de criteria van ondernemersrisico en het streven naar continuïteit, zodat de inkomsten kwalificeren als resultaat uit overige werkzaamheden. Weliswaar oefent X een zeer risicovol beroep uit, maar die risico’s liggen echter in de sfeer van de feitelijke werkzaamheden. In Nederland is maar één schip dat geschikt is voor saturatieduiken. De eigenaar van dat schip geeft opdrachten aan X. X beschikt hierdoor niet over de benodigde zelfstandigheid en continuïteit. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.5
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 22 april