Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X onder de nieuwe WLZ-regelgeving de zorg niet onder eigen naam, voor eigen verantwoordelijkheid en voor eigen risico aan de zorgbehoevenden kan aanbieden.
X verricht via erkende zorgaanbieders 24-uurs extramurale palliatieve zorg in natura bij patiënten aan huis. De zorg wordt per 1 januari 2015 vergoed op grond van de Wet langdurige zorg (WLZ). In geschil is of X IB-ondernemer is. Volgens de inspecteur geniet X loon uit dienstbetrekking, omdat zij niet zelfstandig functioneert ten opzichte van de zorgaanbieders. X beroept zich op de brief van de Staatssecretaris van Financiën van 4 september 2014 (Kamerstukken II 2014/15, 32 642, nr. 5). Volgens Rechtbank Noord-Nederland heeft de toezegging van de Staatssecretaris invloed op de fiscale positie van zorgverleners. X moet dan wel volgens de nieuwe modelovereenkomsten werken en dit laatste maakt zij niet aannemelijk. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X onder de nieuwe WLZ-regelgeving de zorg niet onder eigen naam, voor eigen verantwoordelijkheid en voor eigen risico aan de zorgbehoevenden kan aanbieden. De eindverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de zorg ligt namelijk bij de zorgaanbieders. Hieruit vloeit voort dat sprake is van een gezagsverhouding en dus een dienstbetrekking in fiscale zin. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.5
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 3 juli