Hof Amsterdam oordeelt in navolging van de rechtbank dat de inspecteur terecht de aftrek voor specifieke zorgkosten weigert. Ook heeft X geen recht op een immateriële schadevergoeding wegens termijnoverschrijding omdat het geschil in de hoofdzaak is voorgewend.

Belanghebbende, X, dient zijn aangifte IB/PVV 2015 in met daarin € 3.423 aan aftrekbare specifieke zorgkosten na toepassing van de drempel. De inspecteur heeft na de behandeling van de aangifte de aftrek specifieke zorgkosten buiten beschouwing gelaten. In geschil is de vraag tot welk bedrag de uitgaven in aanmerking komen als aftrekpost voor specifieke zorgkosten.

Hof Amsterdam oordeelt in navolging van de rechtbank dat de inspecteur de aftrek voor specifieke zorgkosten terecht weigert. Het grootste deel van de in de specificatie van X vermelde uitgaven - zoals kosten voor een alternatief genezer, reiskosten, energiekosten en schoonmaakkosten - kwalificeren niet als specifieke zorgkosten. Het restantbedrag van de uitgaven is lager dan de drempel van € 2.243. Voor de volledigheid overweegt het hof dat X niet slaagt in zijn bewijslast. De rechtbank heeft terecht het verzoek tot vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van redelijke termijn afgewezen, omdat X een geschil in de hoofdzaak alleen maar heeft voorgewend. De ingenomen standpunten over de belastingheffing zijn evident in strijd met een juiste rechtstoepassing en bieden daarom overduidelijk geen enkele kans op succes. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 38

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 10 augustus

267

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen