Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de redelijke termijn met 31 maanden is overschreden, maar dat er geen aanleiding is om een immateriële schadevergoeding toe te kennen. Het huidige systeem leidt namelijk tot uitkomsten die niet meer aan de samenleving en belastingbetalers zijn uit te leggen.
X krijgt een BPM-teruggaaf van in totaal € 603 (€ 475 en € 128) en krijgt in dat kader belastingrente vergoed van € 32 en € 5. Rechtbank Zeeland-West-Brabant verhoogt de rente conform het uiteindelijke standpunt van de inspecteur tot € 42 en € 10 (zie HR 28 januari 2022, 21/00331, V-N 2022/8.17). X gaat in hoger beroep, doch de motivering bevat grof taalgebruik, beledigingen en aantijgingen, zodat deze niet tot de gedingstukken wordt gerekend.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de redelijke termijn met 31 maanden is overschreden, maar dat er geen aanleiding is om een immateriële schadevergoeding toe te kennen. Dit volgt onder meer uit het accessoire karakter van de rentebeschikkingen en het geringe financiële belang. Het huidige systeem van forfaitaire vergoedingen leidt tot uitkomsten die niet meer aan de samenleving en belastingbetalers zijn uit te leggen. Procederen over belastingen is verworden tot een verdienmodel van grootverbruikers van het recht. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30ha
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 5 juni