Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X BV niet aannemelijk maakt dat er door de regimewijziging van 1 juli 2008 een structurele verliessituatie is ontstaan.
X BV is onderdeel van een concern dat casino’s en speelhallen exploiteert. X BV is houder van de vergunning tot het exploiteren van de automaten en is daarmee belastingplichtig voor de kansspelbelasting (KSB). Tot en met 30 juni 2008 werd de omzet van de automaten in de BTW-heffing betrokken, waarbij het bruto spelresultaat werd aangemerkt als omzet inclusief BTW. Vanaf 1 juli 2008 is zij 29% kansspelbelasting verschuldigd over het bruto spelresultaat. Volgens haar heeft het nieuwe regime geleid tot een individuele en buitensporige last.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X BV niet aannemelijk maakt dat er door de regimewijziging een structurele verliessituatie is ontstaan. De winstderving is inherent aan een belastingverhoging, die evenzeer voor andere exploitanten en is op zichzelf onvoldoende voor het constateren van een individuele buitensporige last. De slechte resultaten zijn vooral toe te schrijven aan de verminderde inworp van de spelers, wat in de gehele branche speelt. X BV heeft dus geen recht op een schadevergoeding. In het licht van HR 5 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1644, V-N 2021/49.15 is de redelijke termijn met één jaar en drie maanden overschreden, zodat zij wel recht op een immateriële schadevergoeding van € 1500.
Wetsartikelen:
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Kansspelbelasting, Belastingrecht algemeen
Editie: 17 februari
Informatiesoort: VN Vandaag