Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het standpunt van de inspecteur met betrekking tot de zakelijkheid van de notaris- en makelaarskosten niet is aan te merken als een beslissing tegen beter weten in of een onzorgvuldige beslissing.
X bv is voor 55% eigenaar van twee onroerende zaken. De resterende 45% behoorde toe aan haar voormalig enig aandeelhouder, die in 2009 is overleden. De erfgenamen zijn een zoon en twee dochters. De verdeling van de nalatenschap vindt pas in 2015 plaats. Na de verdeling is de zoon enig aandeelhouder en bestuurder van X bv. Volgens de inspecteur heeft X bv ten onrechte € 5984 notaris- en makelaarskosten als privékosten van de familie afgetrokken. Na bezwaar bereiken partijen alsnog een compromis, inhoudende dat de helft van de kosten aftrekbaar is. Volgens de dienstdoende notaris speelde ook de continuïteit van de bv een rol in het geheel. In geschil is of de inspecteur terecht een forfaitaire kostenvergoeding van € 522 heeft toegekend. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de inspecteur in het gelijk. In hoger beroep claimt X bv een integrale bezwaarkostenvergoeding van € 75.000 (samenhang met 21/01006).
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het standpunt van de inspecteur met betrekking tot de zakelijkheid van de notaris- en makelaarskosten niet is aan te merken als een beslissing tegen beter weten in of een onzorgvuldige beslissing. De bewijslast van de zakelijkheid van de kosten rust namelijk op X bv en de beschikbare stukken boden aanvankelijk onvoldoende inzicht in de aard van de verleende diensten. Het maakt niet uit dat later de aftrek van de kosten voor de helft is geaccepteerd. Het beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Besluit proceskosten bestuursrecht 2
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 22 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag