Aan belanghebbende, X, is een naheffingsaanslag BPM opgelegd van € 1772. In de bezwaarfase heeft de inspecteur, gelet op HvJ 19 december 2013, nr. C-437/12, V-N 2014/2.18, deze naheffingsaanslag vernietigd. X vindt dat de inspecteur ten onrechte heeft afgezien van een hoorgesprek.
Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur kon afzien van het horen omdat hij volledig is tegemoetgekomen aan het bezwaar van X. Hieraan doet niet af dat de inspecteur in de uitspraak op bezwaar afwijzend heeft beslist op het verzoek van X om vergoeding van de werkelijke proceskosten. Dit verzoek om een kostenvergoeding betreft een nevenvordering en maakt geen deel uit van het bezwaar. Het hof oordeelt verder dat X niet, ook niet op grond van het gemeenschapsrecht, in aanmerking komt voor een integrale vergoeding van de proceskosten. Dit geldt voor de kosten van bezwaar. Uit de prejudiciële vragen die over dit onderwerp zijn gesteld aan het HvJ EU blijkt dat de inspecteur niet tegen beter weten in heeft gehandeld.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:3
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Besluit proceskosten bestuursrecht 2-3