Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de intrekking van het hoger beroep wordt genegeerd, omdat X heeft gedwaald ten aanzien van de gevolgen daarvan. De behandeling van het hoger beroep kan dus gewoon worden voortgezet met A bv als de nieuwe gemachtigde.
X doet BPM-aangifte voor een Mercedes-Benz CLA250 en voldoet € 1776. Rechtbank Zeeland-West-Brabant verleent een teruggaaf van € 243. Daarnaast krijgt X een immateriële schadevergoeding van € 1000, een proceskostenvergoeding van € 1598 en een griffierechtvergoeding van € 174. In hoger beroep ontvangt X vanwege het onbetamelijke taalgebruik van de gemachtigde een waarschuwing van het hof. X trekt vervolgens het hoger beroep in, waarop de gemachtigde dreigt om X € 3306 als proceskosten in rekening te brengen. In geschil is primair of X de intrekking van het hoger beroep nog kan herroepen. Volgens de inspecteur is dit niet mogelijk.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de intrekking van het hoger beroep wordt genegeerd, omdat X heeft gedwaald ten aanzien van de gevolgen daarvan. De behandeling van het hoger beroep kan dus gewoon worden voortgezet met A bv als de nieuwe gemachtigde. De rechtbank heeft voor de proceskosten ten onrechte het lage forfait van € 534 per procespunt toegepast (zie HR 27 mei 2022, 21/02977, V-N 2022/24.13), maar er zijn bijzondere omstandigheden om voor de bezwaarfase slechts € 54,50 en voor de beroepsfase € 75 toe te kennen (zie Hof 's-Hertogenbosch 24 oktober 2019, 18/00194, V-N Vandaag 2019/2627). De door de rechtbank toegekende vergoeding is dus niet te laag. X stelt vergeefs dat nog niet alle door de rechtbank toegekende vergoedingen zijn ontvangen. Hiertoe dient X zich namelijk tot de civiele rechter te wenden. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 6:21