Rechtbank Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar geen aanmaningskosten en betekeningskosten in rekening mag brengen bij X omdat de aanmaning niet op juiste wijze bekend is gemaakt.

X ontvangt voor het belastingjaar 2021 een aanslag gemeentelijke heffingen. X heeft een automatische incasso afgegeven. Echter, de automatische incasso stopt omdat X een aantal incasso’s storneert. De heffingsambtenaar stuurt daarom een kosteloze betalingsherinnering voor een bedrag van € 605,11 en vervolgens een aanmaning inclusief € 18 aanmaningskosten. Op 14 maart 2022 betaalt X het resterende bedrag van de aanslag, maar niet de aanmaningskosten van € 18. Op 2 juni 2022 stuurt de heffingsambtenaar een dwangbevel voor een bedrag van € 63 dat bestaat uit € 18 aanmaningskosten en € 45 betekeningskosten. X. In geschil is of de kosten terecht in rekening zijn gebracht.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar geen invorderingskosten in rekening mag brengen. Indien een belastingplichtige betwist dat de aanmaning niet door hem is ontvangen, dan ligt de bewijslast bij de heffingsambtenaar. De heffingsambtenaar brengt geen stukken in waaruit blijkt dat de aanmaning aan de postbezorger is aangeboden. De aanmaning is derhalve niet op juiste wijze aan X bekend gemaakt. Er mogen daarom geen aanmaningskosten en betekeningskosten in rekening worden gebracht. Het beroep van X is gegrond. De beschikking met de invorderingskosten worden vernietigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 3:41

Instantie: Rechtbank Den Haag

Rubriek: Invordering

Editie: 12 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

321

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen