Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt de beschikking invorderingsrente, omdat de heffingsambtenaar onzorgvuldig handelt.
X exploiteert een ziekenhuis op meerdere locaties. Op 1 januari 2022 verlaat zij locatie A. X ontvangt een verzamelbiljet gemeentelijke en waterschapsbelastingen voor het belastingjaar 2022, inclusief locatie A. X gaat in bezwaar en verzoekt om uitstel van betaling voor dit deel van de aanslag. De heffingsambtenaar bevestigt het uitstel van betaling en noemt hierbij het nummer van het verzamelbiljet en niet de aanslagnummers van de betwiste onderdelen. Hij vermeldt daarnaast niet het eigen kenmerk van X, zodat niet duidelijk is naar welke afdeling de brief moet. Ook gebruikt hij onder andere een verkeerd correspondentieadres. De heffingsambtenaar komt uiteindelijk aan het bezwaar tegemoet en vernietigt de aanslagen voor locatie A. X moet echter wel € 10.417 aan invorderingsrente betalen over het overige deel van de aanslagen waarvoor de heffingsambtenaar uitstel van betaling heeft verleend.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt de beschikking invorderingsrente. Er is sprake van een opeenstapeling van onzorgvuldigheden bij de heffingsambtenaar. De kennisgeving van de heffingsambtenaar is een standaardtekst die kennelijk alleen voorziet in situaties waarbij slechts één aanslag wordt opgelegd. Het gaat hier om een verzamelbiljet. Ook wordt X niet gewezen op de financiële gevolgen bij gedeeltelijke toewijzing van een bezwaar. De heffingsambtenaar hanteert verder een onjuist kenmerk in de kennisgeving en gebruikt een onjuist correspondentieadres. Het beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 13 maart
Informatiesoort: VN Vandaag