Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X voor het jaar 2016 terecht als binnenlands belastingplichtige is aangemerkt. De inspecteur heeft de pensioenen en de uitkeringen die X uit Nederland heeft ontvangen dan ook terecht volledig in Nederland belast.
X vertrekt op 1 april 2016 met zijn echtgenote naar Saudi-Arabië. Op 2 januari 2017 keren zij terug naar Nederland. X heeft in die periode werkzaamheden in Saudi-Arabië verricht voor een lokale opdrachtgever. X stelt dat van zijn in Nederland genoten pensioen en uitkeringen ten bedrage van € 73.249 een bedrag van € 54.889 niet in Nederland is belast. De inspecteur is het daar niet mee eens en corrigeert de aangifte.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X voor het jaar 2016 terecht als binnenlands belastingplichtige is aangemerkt. De inspecteur heeft de pensioenen en de uitkeringen die X uit Nederland heeft ontvangen dan ook terecht volledig in Nederland belast. De rechtbank overweegt daarbij dat X in 2016 een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland heeft gehad. Daarbij is van belang dat X de Nederlandse nationaliteit heeft en in Nederland over een woning in eigendom beschikt. Verder betreft de arbeidsovereenkomst met de opdrachtgever in Saudi-Arabië een overeenkomst voor een jaar. Ook stelt de rechtbank vast dat X met de door hem overgelegde documenten niet aannemelijk maakt dat hij voor het Belastingverdrag NL - SA inwoner van Saudi-Arabië is geweest. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 2.1
Wet inkomstenbelasting 2001 1.1
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 20 maart