Belanghebbende, X, exploiteert een spiritueel centrum waar de volgende activiteiten plaatsvinden: Biodanza, Zen Aikikai, Shiatsu-massage, Tai-chi en Spirituele zang. Verder worden incidenteel concerten gehouden en is in 2017 een musicalproject voor kinderen gestart. X bepleit verlaging van de WOZ-waarden 2016 en 2017. Volgens X heeft de gemeente ten onrechte de kerkenvrijstelling niet toegepast.
Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de kerkenvrijstelling uit de OZB niet geldt voor het spirituele centrum van X. De rechtbank oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat haar activiteiten zijn aan te merken als een openbare eredienst of bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever bij de kerkenvrijstelling voor ogen had dat het moet gaan om kerkelijke genootschappen of geestelijk genootschappen op levensbeschouwelijke grondslag. Door het ontbreken van een formele structuur bij X kan niet worden gesproken van een genootschap. Daarbij komt dat de bijeenkomsten niet allemaal openbaar zijn omdat voor sommige moet worden betaald. Deze omstandigheden verhinderen toepassing van de kerkenvrijstelling. Het gelijk is aan de heffingsambtenaar. Het beroep over 2017 is vanwege de hoorplicht wel gegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Rotterdam
Editie: 26 september