Aan de heer X zijn via MijnOverheid aanslagen watersysteemheffing en zuiveringsheffing opgelegd. In geschil is of door het Zwolse Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn (GBLT) later terecht aanmaningskosten en betekeningskosten van het dwangbevel in rekening zijn gebracht. Volgens X heeft hij de aanslagen niet ontvangen. Rechtbank Overijssel stelt X in het gelijk. De ambtenaar van het GBLT gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat strikte toepassing van de Kostenwet invordering rijksbelastingen moet wijken voor de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het door X activeren van de berichtenbox MijnOverheid was namelijk verwarrend, omdat met slechts één vinkje een akkoord is gegeven voor circa 150 tot 200 instellingen. Het activeren van de berichtenbox voor het GBLT is mogelijk dus niet bewust gebeurd. Voorts zijn aan X geen notificatie e-mails gestuurd met betrekking tot de aanslagen en zijn de aanslagen direct betaald na ontvangst van de per gewone post verzonden aanmaning. X is dus geen weigerachtige schuldenaar. De kosten van het dwangbevel zijn dus niet terecht. Dit heeft ook te gelden voor de aanmaningskosten, omdat de niet-ontvankelijkheid van dat bezwaar pas in hoger beroep is vastgesteld en door de ambtenaar is toegezegd dat deze uitspraak ambtshalve wordt toegepast op de aanmaningskosten. Het beroep van de ambtenaar is ongegrond.
Wetsartikelen:
Kostenwet invordering rijksbelastingen 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Invordering, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 30 januari