Hof Den Haag oordeelt dat X met het in 2008 aangekochte kantoorpand winst uit onderneming noch resultaat uit overige werkzaamheden heeft behaald. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X koopt in 2008 een kantoorpand met de bedoeling om dit te gaan verhuren in kleine units. In 2009 ontstaat het plan om het pand te gaan gebruiken als vestigingsadres van een commerciële ruimtevaartonderneming. Als de exploitatie van het pand niet goed van de grond komt, verkoopt X het pand eind 2011 met verlies door. In geschil is of X in 2010 rente, afschrijving en andere kosten die betrekking hebben op het pand mag aftrekken.

Hof Den Haag (MK I, 22 juli 2015, BK-15/00125, V-N 2015/53.1.3) oordeelt dat X met het in 2008 aangekochte kantoorpand winst uit onderneming noch resultaat uit overige werkzaamheden heeft behaald. De bovengrens van normaal vermogensbeheer is in dit geval niet overschreden. X heeft verder niet aannemelijk gemaakt dat hij na de aankoop activiteiten ten aanzien van de onroerende zaak is gaan ontplooien die het kader van normaal, actief vermogensbeheer overstijgen. Het hof verwerpt de stelling van X dat hij de vrijheid heeft om de onroerende zaak als ondernemingsvermogen of als privévermogen te etiketteren. X miskent hiermee dat aan vermogensetikettering pas wordt toegekomen nadat is vastgesteld dat er sprake is van een onderneming, dan wel een kwalificerende werkzaamheid. Het hof verwerpt ook het getuigenaanbod van X en het verzoek om schriftelijk, in een aanvullend stuk, het hogerberoepschrift te mogen aanvullen. Het hoger beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Wet inkomstenbelasting 2001 3.4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 23 augustus

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen