Belanghebbende, X, laat een gemachtigde bezwaar maken tegen zijn WOZ-beschikking. De heffingsambtenaar van de gemeente Groningen nodigt deze gemachtigde uit voor een hoorzitting die maximaal drie dagen zal duren en waar 72 bezwaarschriften worden behandeld. Vrijwel direct na aanvang van het gesprek verklaart de gemachtigde dat hij niets heeft toe te voegen aan het bezwaarschrift.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de heffingsambtenaar van de gemeente Groningen terecht geen kostenvergoeding heeft toegekend voor het horen. Het 5 tot 10 minuten durende gesprek tussen de heffingsambtenaar en de gemachtigde van X ter zake van in totaal 72 door de gemachtigde ingediende bezwaren, waarin de gemachtigde heeft aangegeven niets te willen toevoegen aan zijn bezwaargronden, kwalificeert volgens de rechtbank namelijk niet als hoorzitting. Door direct bij aanvang van het gesprek aan te geven niets toe te voegen te hebben aan de reeds aangevoerde gronden, heeft de gemachtigde in wezen verklaard geen gebruik meer te willen maken van het recht te worden gehoord. Het beroep van X is wel gegrond, omdat de heffingsambtenaar bij de kosten van rechtsbijstand ten onrechte heeft gerekend met een wegingsfactor 0,5 en bij de kosten van deskundigenbijstand één uur te weinig heeft vergoed.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:2 en 7:15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 27 februari