X laat haar vader bezwaar maken tegen de WOZ-waarde 2019 van haar woning. In geschil is of na de verlaging van de WOZ-waarde recht bestaat op een bezwaarkostenvergoeding.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de gemachtigde van X niet beroepsmatig rechtsbijstand verleent. De gemachtigde heeft niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van een duurzame taakuitoefening die gericht is op het vergaren van inkomsten. De activiteiten van de gemachtigde zijn eerder incidenteel van aard. De leeftijd van de gemachtigde (75 jaar) speelt overigens geen rol bij de beslissing van de rechtbank. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar terecht geen kostenvergoeding heeft toegekend voor de diensten van de gemachtigde in de bezwaarfase. Ook als de gemachtigde wel beroepsmatig rechtsbijstand zou hebben verleend, zou in dit geval geen reden zijn voor een kostenvergoeding. De gemachtigde heeft desgevraagd laten weten aan de rechtbank dat hij het vanwege de familierelatie tussen hem en X (vader-dochter) niet gewenst vindt om kosten in rekening te brengen. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 10 december