Hof Den Haag oordeelt dat de naheffingsaanslagen kansspelbelasting ten onrechte aan het samenwerkingsverband zijn opgelegd, omdat persoon A is aan te merken als de inhoudingsplichtige voor de kansspelbelasting.

X is een samenwerkingsverband van twee personen die door de strafrechter schuldig zijn bevonden aan het deelnemen aan een criminele organisatie die jarenlang illegale kansspelen organiseerde. Er werd contant gegokt op met name voetbalwedstrijden. In geschil zijn twee naheffingsaanslagen kansspelbelasting (KSB) van € 1.275.759 en € 378.389 over het tijdvak van 3 september 2013 - 16 februari 2015. Voor de hoge aanslag gaat de inspecteur ervan uit dat het samenwerkingsverband de organisator van de spelen was. Volgens Rechtbank Den Haag is het samenwerkingsverband de inhoudingsplichtige voor de KSB van 29% van € 4.399.175, dat als prijzengeld is uitgekeerd. De samenwerking was niet incidenteel of toevallig, maar georganiseerd. Het maakt niet uit welke (onderlinge) afspraken er precies waren gemaakt en dat één persoon (A) naar eigen zeggen slechts een ondergeschikte rol had. Het subsidiaire standpunt van de inspecteur hoeft niet te worden behandeld, zodat de lage aanslag wordt vernietigd.

Hof Den Haag oordeelt dat de naheffingsaanslagen ten onrechte aan het samenwerkingsverband zijn opgelegd, omdat persoon A is aan te merken als de inhoudingsplichtige voor de KSB (zie 23/588). Het hoger beroep van het samenwerkingsverband is reeds daarom gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de kansspelbelasting 1

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Kansspelbelasting

Editie: 24 april

Informatiesoort: VN Vandaag

12

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen