Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de navorderingsaanslag wegens de afkoop van pensioenaanspraken onterecht is, omdat de inspecteur niet beschikt over een nieuw feit. Ook is er geen sprake van kwade trouw.
X bouwt pensioenaanspraken in eigen beheer op. In 2016 informeert hij de inspecteur dat hij in Spanje gaat wonen. In 2018 staat X ingeschreven in Spanje en koopt de pensioenaanspraken af, maar vermeldt deze niet in de aangifte IB/PVV 2018. De inspecteur legt in 2021 een navorderingsaanslag op waarin hij het belastbaar inkomen verhoogt wegens de afkoop van de pensioenaanspraken. In geschil is of de inspecteur mag navorderen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur niet over een nieuw feit beschikt dat navordering rechtvaardigt en dat er ook geen sprake is van kwade trouw. De inspecteur heeft geen nader onderzoek gedaan naar de onderworpenheid van X aan de Spaanse wetgeving voordat de aanslag is opgelegd. Dit leidt tot een ambtelijk verzuim dat navordering verhindert. De verklaring van X, dat hij niet als fiscaal inwoner van Spanje kan worden aangemerkt, vindt plaats na het vaststellen van de aanslag en doet daarom voor de beoordeling van kwader trouw niet ter zake. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 38n
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 28 juni
Informatiesoort: VN Vandaag