Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen wettelijke verplichting had om gegevens te verstrekken aan de inspecteur. Hij was namelijk niet uitgenodigd om aangifte te doen.
X is betrokken bij een drugslaboratorium, dat in oktober 2019 ontploft. X is in verband met die betrokkenheid onherroepelijk strafrechtelijk veroordeeld. X is niet uitgenodigd tot het doen van aangifte over 2019. In maart 2020 ontvangt de inspecteur het proces-verbaal van het strafrechtelijke onderzoek. In april 2020 ontvangt de inspecteur de aangifte van X over 2019 en de aanslag wordt conform die aangifte opgelegd. Zijn inkomen bestaat volledig uit een Wajong-uitkering. In geschil is de navordering naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 986.506, alsmede de vergrijpboete van € 249.005. In beroep stelt de inspecteur dat de boete kan vervallen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen wettelijke verplichting had om gegevens te verstrekken aan de inspecteur. Hij was namelijk niet uitgenodigd om aangifte te doen. Van kwade trouw zoals de inspecteur stelt, kan dus geen sprake zijn. De inspecteur was bij het opleggen van de primitieve aanslag al bekend met de uitkomsten van het onderzoek dat als nieuw feit ten grondslag aan de navorderingsaanslag is gelegd. De navorderingsaanslag is daarom onbevoegd opgelegd en wordt vernietigd.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Informatiesoort: VN Vandaag
Editie: 21 mei