X bv verkoopt zonnebrandmiddelen, fluoridehoudende tandpasta's en antimuggengel. Volgens X bv vallen deze producten onder het lage btw-tarief van 6%. Het zouden namelijk geneesmiddelen zijn als bedoeld in art. 1 lid 1 onderdeel b Geneesmiddelenwet en dus onder post 6 Tabel I Letter A Wet OB 1968 vallen. In geschil is de btw-aangifte over het tijdvak 1 april 2010 tot en met 30 juni 2010. Volgens Rechtbank Noord-Holland moet van een geneesmiddel wetenschappelijk zijn vastgesteld dat het fysiologische functies kan herstellen, verbeteren of wijzigen door een farmacologisch, immunologisch of metabolisch effect, of een medische diagnose kan stellen. Een product is een geneesmiddel op grond van zijn aandiening (aandienings- of presentatiecriterium) of op grond van zijn werking (toedieningscriterium). X bv beroept zich ten onrechte op deze criteria. De producten vormen slechts een beschermend laagje op de huid of op de tanden. X bv beroept zich ook vergeefs op het mentholpoeder arrest (zie HR 18 april 2001, nr. 36 444, V-N 2001/24.26). X bv gaat in hoger beroep. Hof Amsterdam oordeelt dat de werking van de producten niet zodanig is dat kan worden gesproken van geneesmiddelen. Er is namelijk geen sprake van therapeutische of profylactische (preventieve) eigenschappen met betrekking tot ziekten (zie art. 1 sub 2 Richtlijn 2001/83). De producten zijn officieel ook geen geneesmiddelen en hebben slechts een cosmetisch, reinigend dan wel verzorgend karakter. X bv maakt niet aannemelijk dat het profylactische element voor de consument doorslaggevend is bij zijn aankoopbeslissing. Zonnebrandmiddelen hebben in toenemende mate UV-filters en circa 90% van de tandpasta's bevatten natriumfluoride. De vergelijking met mentholpoeder gaat ook niet op. Dat is namelijk wel een officieel geneesmiddel en wordt vergoed door de basisverzekering. Het beroep van X bv is ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 10