De Hoge Raad oordeelt dat het tegen vergoeding bieden van parkeergelegenheid nabij de ingangen van het park een zelfstandige prestatie is en dat deze niet als bijkomende prestatie bij het verlenen van toegang in het verlaagde btw-tarief valt.

Belanghebbende, Stichting X, exploiteert een groot natuurpark en een museum, te weten Nationaal Park De Hoge Veluwe. Het park beslaat ruim 5400 hectare bos, heidevelden, grasvlakten en zandverstuivingen. Bezoekers mogen met hun auto het park in als zij € 6 extra betalen. Bij de toegangen kunnen bezoekers hun auto's ook tegen betaling van € 2 parkeren. In geschil is of voor het parkeren het lage btw-tarief van 6% geldt. Volgens X is het parkeren een bijkomende dienst die opgaat in de hoofdprestatie, zijnde het tegen betaling toegang verlenen tot het park (€ 8,20 per persoon) en die is belast naar het 6%-tarief. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is het bieden van gelegenheid tot parkeren een zelfstandige prestatie die niet bijkomend is ten opzichte van het verlenen van toegang tot het park. Het parkeren is dus belast tegen het algemene tarief. X gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat het tegen vergoeding bieden van parkeergelegenheid nabij de ingangen van het park een zelfstandige prestatie is en dat deze niet als bijkomende prestatie bij het verlenen van toegang in het verlaagde tarief valt. Het gebruikmaken van de parkeergelegenheid is namelijk in beginsel een doel op zich. Het maakt niet uit dat de automobilist die het park bezoekt, er voor kan kiezen zijn auto voorafgaand aan het bezoek aan het park op een van de parkeerterreinen achter te laten en dat de parkeerterreinen alleen plegen te worden gebruikt door bezoekers van het park. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 18 augustus

45

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen