De Hoge Raad oordeelt dat het algemene btw-tarief van toepassing is op de verhuur van lig- en bergplaatsen. De ligplaatsen zijn op zichzelf beschouwd namelijk niet bestemd voor sportbeoefening of lichamelijke opvoeding.

X exploiteert een jachthaven waar leden van X, en passanten, een ligplaats in de jachthaven kunnen huren. In de jachthaven liggen zowel zeil- als motorboten. Ook organiseert X zeillessen en wedstrijden. De inkomsten van X bestaan onder andere uit liggelden. In geschil is of met betrekking tot de vergoeding voor het ter beschikking stellen van een ligplaats het verlaagde btw-tarief van 6% kan worden toegepast. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de verhuur van de ligplaatsen in de jachthaven niet is aan te merken als het geven van gelegenheid tot sportbeoefening onder terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie. Volgens het hof is er sprake van de verhuur van parkeerruimte voor boten. X gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat het algemene btw-tarief van toepassing is op de verhuur van lig- en bergplaatsen. Volgens de Hoge Raad zijn de ligplaatsen op zichzelf beschouwd namelijk niet bestemd voor sportbeoefening of lichamelijke opvoeding. Ook zijn de voorzieningen die X aan de gebruikers van de ligplaatsen biedt niet bestemd voor, en ook niet nodig voor de daadwerkelijke sportbeoefening die met de zeil- en motorboten wordt verricht. Verder merkt de Hoge Raad nog op dat de desbetreffende handelingen en voorzieningen strekken tot het passieve verblijf van boten in de jachthaven en het in goede staat bewaren ervan wanneer met die boten geen sport wordt beoefend. De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het hof.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 9

Wet op de omzetbelasting 1968 4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 18 juni

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen