X levert zonnebrandmiddelen, fluoridehoudende tandpasta's, alsmede jeukstillende middelen bij insectenbeten en antimuggenmiddelen. Volgens X vallen deze producten onder het lage tw-tarief van 6%. Het zouden namelijk geneesmiddelen zijn als bedoeld in art. 1-1-b Geneesmiddelenwet en dus onder Tabel I post a6 Wet OB 1968 vallen.
Rechtbank Noord-Holland overweegt dat van een geneesmiddel wetenschappelijk moet zijn vastgesteld dat het fysiologische functies kan herstellen, verbeteren of wijzigen door een farmacologisch, immunologisch of metabolisch effect, of een medische diagnose kan stellen. Een product is een geneesmiddel op grond van zijn aandiening (aandienings- of presentatiecriterium) of op grond van zijn werking (toedieningscriterium). X beroept zich met betrekking tot de zonnebrandmiddelen en de fluoridehoudende tandpasta's ten onrechte op het aandieningscriterium. De aanprijzingen die X namelijk gebruikt, hebben veeleer de vorm van het benadrukken van het in stand houden van een goede gezondheid. Van medische claims, zoals het voorkomen van brandwonden, kanker of cariës, is geen sprake. X maakt ook niet aannemelijk dat de in geschil zijnde producten voldoen aan het toedieningscriterium. De producten vormen slechts een beschermend laagje op de huid of op de tanden. X beroept zich ook vergeefs op het mentholpoeder arrest (zie HR 18 april 2001, nr. 36.444, V-N 2001/24.26). Mentholpoeder is namelijk niet vergelijkbaar met de onderhavige producten. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 6 mei