X vof doet BPM-aangifte voor een Mercedes Benz C-180 en voldoet € 700. Na bezwaar krijgt X vof een extra leeftijdskorting. De aangifte dateert namelijk van 1 januari 2016 en de tenaamstelling is van 13 februari 2016. De teruggaaf is € 9 met € 1 belastingrente. Volgens de inspecteur claimt X vof ten onrechte een voordeliger tussenliggend tarief, omdat het meest voordelige tarief al is toegepast. Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur in het gelijk, maar X vof krijgt wegens het overschrijden van de redelijke termijn wel een immateriële schadevergoeding van € 1000. X vof gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur met behulp van de hem ter beschikking staande gegevens zich er in bezwaar in voldoende mate van heeft vergewist dat niet te veel BPM is voldaan. Bij wijze van serviceverlening is destijds onderzocht wat het meest voordelige tarief was. X vof stelt vergeefs dat voor de afschrijving moet worden aangesloten bij de waarde van een huurauto (‘ex-rental’). De auto zelf is namelijk geen voormalige huurauto. X vof stelt vergeefs dat niet is uit te sluiten dat de auto niet als zodanig is gebruikt. Het beroep van X vof is ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 7 december