Rechtbank Noord-Holland acht een wegingsfactor van 0,5 niet op zijn plaats. Het enkele feit dat in het bezwaarschrift wordt verwezen naar het taxatierapport en dat de inhoud ervan, naar de heffingsambtenaar stelt, nagenoeg identiek zou zijn aan een voor een eerder belastingjaar ingediend bezwaarschrift, rechtvaardigen op zichzelf niet het hanteren van een wegingsfactor 0,5. 

Belanghebbende, X, schakelt een gemachtigde in die voor hem bezwaar maakt tegen een WOZ-beschikking. De gemachtigde laat een taxateur een taxatierapport opmaken. In geschil is de hoogte van de bezwaarkostenvergoeding.

Rechtbank Noord-Holland acht een wegingsfactor van 0,5 niet op zijn plaats. Het enkele feit dat in het bezwaarschrift wordt verwezen naar het taxatierapport en dat de inhoud ervan, naar de heffingsambtenaar stelt, nagenoeg identiek zou zijn aan een voor een eerder belastingjaar ingediend bezwaarschrift, rechtvaardigen op zichzelf niet het hanteren van een wegingsfactor 0,5. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een zaak van gemiddelde zwaarte en verhoogt de kostenvergoeding voor rechtsbijstand. Voor de kosten van deskundigenbijstand komt de rechtbank tot een vergelijkbaar oordeel: het feit dat het taxatierapport veel lijkt op een rapport van het voorgaande jaar, is geen reden om X een vergoeding te onthouden of deze sterk te matigen. Nu het een niet-inpandige taxatie betreft, dient de vergoeding € 121 te bedragen (2 uren x € 50 vermeerderd met 21% btw).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:15 en 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 16 december

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen