De Hoge Raad oordeelt dat gemeenten - afgezien van kopieerkosten - geen kosten in rekening mogen brengen voor de behandeling van Wob-verzoeken. Niet het individuele belang van de aanvrager, maar het algemeen belang van openbaarmaking staat hier immers centraal.  

X bv verzoekt met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) de gemeente Landgraaf om informatie over de beloning van het College van B&W. De gemeente verstrekt de informatie en brengt X bv leges in rekening voor a) het opzoeken van declaraties, het anonimiseren van documenten en het vervaardigen van overzichten en b) het maken van kopieën. In geschil is of de gemeente terecht leges in rekening heeft gebracht voor de onder a) genoemde werkzaamheden.

De Hoge Raad oordeelt dat gemeenten - afgezien van kopieerkosten - geen kosten in rekening mogen brengen voor de behandeling van Wob-verzoeken. Uit de artikelen 2 (lid 1) en 3 (lid 1 en lid 3) van de Wob maakt de Hoge Raad op dat de openbaarmaking van informatie naar aanleiding van een Wob-verzoek (afgezien van kopieerkosten) niet in overheersende mate verband houdt met dienstverlening ten behoeve van een individualiseerbaar belang. De Hoge Raad verwerpt het middel dat de gemeente op grond van art. 14 Wob een zekere mate van autonome beslissingsbevoegdheid heeft bij het in rekening brengen van leges voor een Wob-verzoek. Het cassatieberoep van het college is ongegrond.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229-1-b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad

Editie: 11 februari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen