X bv ontvangt voor de periode december 2016 tot en met januari 2019 loonkostenvoordeel voor een gehandicapte werknemer. X bv beschikt over een geldige doelgroepverklaring voor deze werknemer. De gemachtigde van X bv neemt begin 2019 de loonadministratie over. Hij vult per abuis als einddatum voor de doelgroepverklaring november 2018 in plaats van november 2019 in. X bv dient voor 2019 loonaangiften in waarbij zij bij de indicatie voor tegemoetkoming loonkostenvoordeel arbeidsgehandicapte ‘N’ (nee) invult. X bv stelt dat het invullen van de onjuiste einddatum, met als gevolg dat een onjuiste indicatie is ingevuld bij de aangifte, een kennelijke schrijf- of tikfout is die hersteld mag worden.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X bv tot 1 mei 2020 de mogelijkheid had om de aangifte te corrigeren en de indicatie voor tegemoetkoming op ‘Ja’ te zetten. Gelet op de wetsgeschiedenis heeft de wetgever bewust voor een fatale datum gekozen. De omstandigheid dat X bv materieel voldoet aan de voorwaarden voor het loonkostenvoordeel laat onverlet dat zij tevens dient te voldoen aan de formele wettelijke voorwaarden. Het is niet aan de rechter om de afweging te maken of sprake is van onbillijkheid van overwegende aard in de zin van art. 63 AWR. De wet biedt de rechtbank niet de mogelijkheid om coulance te verlenen. X bv heeft geen recht op de tegemoetkoming.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 3:4
Algemene wet inzake rijksbelastingen 63
Wet tegemoetkomingen loondomein 4.1
Wet tegemoetkomingen loondomein 2.1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 1 maart