De heer X is ondernemer en geeft in zijn IB-aangifte over 2007 een verlies aan. In oktober van dat jaar wordt bij X door de politie echter een hennepkwekerij ontmanteld. De kwekerij diende voor de productie van hennepstekjes. Deze winst is niet door X aangegeven. Door de strafrechter is aan X inmiddels € 3.000 aan wederrechtelijk verkregen voordeel uit drugshandel ontnomen. In de onderhavige procedure stelt de inspecteur dat de winst uit drugshandel € 30.000 is. De opgelegde vergrijpboete is 50% van de verschuldigde belasting, zijnde € 2.082.
Rechtbank Breda oordeelt dat de bewijslast terecht ten nadele van X is omgekeerd en verzwaard, doch dat de schatting van de inspecteur te hoog is. De prijs per stekje wordt vervolgens in goede justitie vastgesteld op € 0,90. Bij 27.300 stekjes komt dit neer op een opbrengst van € 24.570. Wettelijk gezien mag X voorts zijn kosten, alsmede het strafrechtelijk ontnomen voordeel, niet aftrekken. De tot € 944 verlaagde boete is passend en geboden. Matiging van de boete is niet opportuun, aangezien de aanslag (uiteindelijk) is gebaseerd op een redelijke schatting waarbij rekening is gehouden met omstandigheden waar X geen objectief controleerbaar bewijs voor heeft aangedragen. Het beroep van X is deels gegrond.