Hof Arnhem-Leeuwarden ziet voor de toekenning van vergoeding van immateriële schade geen reden om de redelijke termijn in verband met bijzondere omstandigheden te verlengen. De proceskostenveroordeling van de inspecteur wordt ook gehandhaafd.

Aan X is de in geschil zijnde navorderingsaanslag IB/PVV 2006 opgelegd met een vergrijpboete van 100% omdat zij is geïdentificeerd als rekeninghouder van een verzwegen bankrekening bij Van Lanschot Bankiers Luxembourg SA. X gaat in beroep en stelt dat de navorderingsaanslag niet voldoende voortvarend is opgelegd. Ook is X van mening dat de inspecteur onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de boete op 100% is vastgesteld. Rechtbank Noord-Nederland verklaart het beroep tegen de navorderingsaanslag ongegrond. De boete wordt echter wel gematigd vanwege undue delay en omdat X in de beroepsfase alsnog opening van zaken heeft gegeven. In die zin is het beroep gegrond. De inspecteur en de Staat der Nederlanden worden veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade aan X vanwege overschrijding van de redelijke termijn. De inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten van X. De inspecteur gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden ziet geen reden om de redelijke termijn in verband met bijzondere omstandigheden te verlengen voor de toekenning van vergoeding van immateriële schade. Volgens het hof is de zaak feitelijk of juridisch niet zo complex dat een langere behandeltijd gerechtvaardigd is. Voor een matiging, zoals de inspecteur heeft bepleit, omdat de procedure van X gezamenlijk met die van haar echtgenoot is behandeld en er sprake is van een correctie die aan elk van de partners voor de helft is toegerekend, bestaat ook geen aanleiding. Wat betreft de proceskostenveroordeling bestaat er volgens het hof geen aanleiding af te wijken van de hoofdregel dat bij gegrondverklaring van het beroep een proceskostenveroordeling plaatsvindt. De stelling dat de vergoeding van proceskosten gedeeltelijk door de Staat dient plaats te vinden, heeft de inspecteur op de zitting van het hof laten varen. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit proceskosten bestuursrecht 1

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 6 oktober

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen