Een gemachtigde maakt namens meerdere klanten bezwaar tegen WOZ-beschikkingen, opgelegd door de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Er vindt een hoorzitting plaats in aanwezigheid van deze gemachtigde waar zes dossiers worden besproken. In twee zaken heeft de gemachtigde geen aanvulling, de overige dossiers worden binnen een half uur besproken. Belanghebbende, X, krijgt naast een lagere WOZ-waarde een kostenvergoeding van € 278,40. Bij de berekening van de kostenvergoeding voor het verschijnen op de hoorzitting gaat de gemeente uit van 1 punt met een waarde van € 218 gedeeld door de vier zaken die gezamenlijk zijn behandeld, zodat X voor de hoorzitting recht heeft op éénvierde deel van € 218. De gemachtigde wenst, gelijk aan het indienen van het bezwaarschrift, ook voor de hoorzitting een vol punt.
Hof Den Haag oordeelt dat X recht heeft op een vol punt kostenvergoeding voor het verschijnen van zijn gemachtigde op hoorzitting. Het hof benadrukt dat matiging van de vergoeding zoals de gemeente heeft gedaan is voorbehouden voor uitzonderingsgevallen. In dit geval zijn op de hoorzitting verschillende onroerende zaken besproken. De proceshandelingen waren per object of combinatie van objecten afgestemd op de bijzonderheden van de desbetreffende zaak. Dat de gemachtigde zichzelf reiskosten en reistijd heeft bespaard door de gezamenlijke hoorzitting, is geen bijzondere omstandigheid om de kostenvergoeding te matigen. De heffingsambtenaar had een vol punt moeten vergoeden.
Wetsartikelen:
Besluit proceskosten bestuursrecht 2-3
Algemene wet bestuursrecht 7:15-2