Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat voor de boete niet is voldaan aan het toestemmingsvereiste van hogerhand. De inspecteur heeft de Directeur Grote Ondernemingen namelijk onvoldoende objectief geïnformeerd over de feiten.
X nv heeft aan twee oud-cliënten (zie 19/00476) in 2008 geadviseerd om een zogenaamde Guernsey-route op te zetten. Volgens de inspecteur is op die manier opzettelijk voor miljoenen aan Nederlandse vennootschapsbelasting ontdoken. In geschil is of aan X nv als adviseur terecht een medepleegboete van € 1 mln is opgelegd. Rechtbank Den Haag vernietigt de boete omdat de ltd's enkel zijn opgericht om de gevolgen van de per 1 januari 2009 ingevoeren lucratief belangregeling te verzachten. X nv krijgt een proceskostenvergoeding van € 20.000. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof Den Haag oordeelt dat voor de boete niet is voldaan aan het toestemmingsvereiste van hogerhand (zie par. 2 lid 6, BBBB, tekst 2016). Dit blijkt uit stukken hierover, die op de onderhavige zaak betrekking hebbende stukken zijn. De inspecteur heeft de Directeur Grote Ondernemingen (DGO) onvoldoende objectief geïnformeerd over de feiten. Het gebruik van de onderhavige toestemming druist zozeer in tegen wat van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat het gebruik daarvan onder alle omstandigheden ontoelaatbaar is. De inspecteur maakt in casu bovendien opzet noch grove schuld aannemelijk. Door de rechtbank is terecht een hogere vergoeding toegekend dan het forfaitaire tarief. Er is namelijk een bijzonder hoge boete opgelegd zonder doorslaggevend bewijs.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet bestuursrecht 5:1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 15 maart