In 2014 sluit X een 'overeenkomst praktijkondersteuning somatiek' met huisartsenpraktijken. De door X ingezette praktijkondersteuners huisartsenzorg verrichten zelfstandig zorg aan specifieke groepen patiënten. Na de diagnose door de huisarts doet de praktijkondersteuner huisartsenzorg de gehele behandeling zelfstandig. Als een praktijkondersteuner langer dan twee weken ziek is, moet X zelfstandig een vervanger regelen zodat de zorgverlening kan doorgaan. Uit de uitgebreide toelichting van X tijdens de zitting blijkt dat X verantwoordelijk is voor de dienstverlening aan patiënten en de voor de kwaliteit van de praktijkondersteuners. Niet alle praktijkondersteuners die bij X in dienst zijn, zijn BIG-geregistreerd. X maakt niet inzichtelijk in hoeverre praktijkondersteuners met een BIG-registratie zijn ingezet bij de huisartsenpraktijken.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X bij de inzet van de praktijkondersteuners huisartsenzorg niet voldoet aan de voorwaarden voor de medische BTW-vrijstelling. De aard van de dienst van X is een overeenkomst van opdracht tot het verlenen van gezondheidskundige verzorging. X slaagt niet in haar bewijslast om aan te tonen dat de ingezette praktijkondersteuners voldoen aan de vereiste beroepskwalificaties voor toepassing van de medische BTW-vrijstelling. Ook het beroep op het arrest Verigen (V-N 2010/59.22) slaagt niet.

Lees ook het thema Medische vrijstelling: vrijgesteld van btw of toch belast?

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11