X heeft een biologisch melkveebedrijf. In 2016 investeert hij in een nieuwe stal voor melkvee en jongvee en claimt hij milieu-investeringaftrek. Rechtbank Gelderland oordeelt dat X daar o.g.v. de Milieulijst 2016 geen recht op heeft.
X exploiteert een biologisch melkveebedrijf en investeert in september 2016 ruim € 300.000 in de bouw van een stal voor melkvee en jongvee. Eind 2016 meldt X de investering voor de milieu-investeringsaftrek (MIA) en willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) aan bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO), maar die bericht X dat de investering daar niet voor in aanmerking komt. Als X voor 2016 toch een MIA claimt van bijna € 85.000, weigert de inspecteur die omdat de stal niet voldoet aan de omschrijving ‘stal voor biologische veehouderij met vermindering van de ammoniakemissie’, code A2201 van de Milieulijst 2016. X gaat in beroep.
Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur in het gelijk. Het door RVO aan de inspecteur gegeven advies is juist. Dit oordeel blijft staan ook als X op grond van de Milieulijst 2018 mogelijk wel recht zou hebben op de MIA. Anders dan X aanvoert, valt aan de Milieulijst van enig jaar geen terugwerkende kracht toe te kennen. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.42a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Dossiers: Agro
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 12 juli