X procedeert tegen vier naheffingsaanslagen parkeerbelasting van de gemeente Amsterdam. De naheffingsaanslagen zijn opgelegd nadat X bewust heeft geparkeerd met één wiel op het trottoir. X stelt dat de gemeente geen naheffingsaanslagen kan opleggen, omdat er sprake is van foutparkeren, hetgeen valt onder de Wet Mulder.
Hof Amsterdam oordeelt dat de handelwijze van X door stelselmatig zijn auto stelselmatig met één wiel op het trottoir te parkeren om zo naar eigen zeggen parkeerbelasting te ontwijken geen misbruik van recht oplevert. Het hof acht het waarschijnlijker dat X de auto bewust verkeerd heeft geparkeerd om vervolgens de naheffingsaanslagen uit te lokken om daarmee, met het daartegen aanwenden van rechtsmiddelen, inkomsten te generen in de vorm van proceskostenvergoedingen, dwangsommen en/of schadevergoedingen. Het Hof acht de twijfels aan belanghebbendes verklaring echter onvoldoende om deze als volstrekt ongeloofwaardig terzijde te schuiven en ziet er vanaf om het hoger beroep wegens misbruik van recht niet-ontvankelijk te verklaren. Het hof oordeelt het hoger beroep inhoudelijk ongegrond, de naheffingsaanslagen zijn terecht opgelegd. Het hoger beroep van X is wel gegrond omdat de rechtbank heeft verzuimd een beslissing te nemen over het verzoek van X tot vergoeding van wettelijke rente over de door de rechtbank toegekende proceskostenvergoeding.
Wetsartikelen:
Burgerlijk Wetboek Boek 3 3:15
Burgerlijk Wetboek Boek 3 3:13
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 10 februari