X koopt een perceel grond met oude opstallen. X sloopt de opstallen, met uitzondering van de fundering, kelder en voor- en zijgevel. De renovatiekosten bedragen € 200.000. De heffingsambtenaar bepaalt de WOZ-waarde op de gecorrigeerde vervangingswaarde. Bij het bepalen van de grondwaarde gaat de heffingsambtenaar uit van het eigen aankoopcijfer. Omdat de opstallen grotendeels zijn gesloopt, kent de heffingsambtenaar aan de opstallen geen waarde toe. Voor de vervangingswaarde gaat de heffingsambtenaar uit van de kosten voor herbouw van de gehele opstal, dus inclusief fundering. X maakt bezwaar voor de belastingjaren 2015, 2016 en 2017. Voor 2013 dient hij een ambtshalve verzoek in.
Hof Amsterdam oordeelt dat geen beroep openstaat voor 2013. Immers dit betreft een ambtshalve verzoek. Het feit dat de heffingsambtenaar dit verzoek in de uitspraak op bezwaar van 2015 afwijst doet hier niet aan af. Voor de waarde van de grond mag de heffingsambtenaar uitgaan van de eigen aankoop, waarbij de opstal een waarde van nihil heeft. Voor de vervangingskosten van de opstal laat de heffingsambtenaar de renovatiekosten terecht buiten beschouwing. Het gaat om de herbouwkosten van de gehele opstal.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 26
Algemene wet inzake rijksbelastingen 65
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 21 september