X is van 26 januari 2016 tot en met 22 oktober 2018 houder van een bestelauto met dubbele cabine. Volgens de RDW-registratie heeft de auto een grijs kenteken. X heeft de auto nieuw gekocht bij een bedrijf dat ook BPM-aangifte voor de auto had gedaan. Op 1 december 2017 wordt bij een controle geconstateerd dat de auto mogelijk niet voldoet aan de ‘40%-eis’ en dat dus ten onrechte het lage mrb-tarief van een bestelauto is toegepast. In geschil is de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting over 26 april 2017 tot en met 25 april 2018, alsmede de 100% verzuimboete van € 1931.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de laadruimte niet voor ten minste 40% van de lengte voor het hart van de achterste as is geplaatst. Het staat vast dat die lengte 59 cm is en dat de lengte van de laadruimte 157,5 cm is. Dit betekent dat de auto niet als mrb-bestelauto heeft te gelden. De naheffing is dus terecht. De boete is ook passend en geboden. X had zich vooraf beter moeten laten informeren door de Belastingdienst. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 15 april