Hof Amsterdam oordeelt dat gelet op omvang, gewicht en functie alleen een scootmobiel of een driewieler voor volwassenen op één lijn is te stellen met een niet-opvouwbare rolstoel. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X is houder van een bestelauto, die wordt gebruikt voor het vervoer van zijn inklapbare rollator en is uitgerust met een chemisch toilet. X kan moeilijk lopen en is incontinent. In geschil is of X terecht het lage MRB-gehandicaptentarief voor de auto claimt. Zijn vorige bestelauto viel wel onder dit lage tarief. De locatie waar X staand werk verricht, ligt in een milieuzone, zodat hij een andere bestelauto moest aanschaffen. Volgens de inspecteur is het toilet geen hulpmiddel dat op één lijn is te stellen met een niet-opvouwbare rolstoel. Rechtbank Noord-Holland stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.
Hof Amsterdam (V-N 2024/6.1.7) oordeelt dat gelet op omvang, gewicht en functie alleen een scootmobiel of een driewieler voor volwassenen op één lijn is te stellen met een niet-opvouwbare rolstoel. Het chemisch toilet heeft wezenlijk een andere functie en de inklapbare rollator kan ook in een gewone auto worden meegenomen. Het beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit motorrijtuigenbelasting 1994 4a
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 24a
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Editie: 18 februari
Informatiesoort: VN Vandaag