X woont officieel in Nederland als de politie op 9 december 2017 constateert dat zij in een auto met Tsjechisch kenteken rijdt. In geschil is de MRB-naheffingsaanslag van € 6835 over 1 januari 2013 tot en met 8 december 2017, alsmede de verzuimboete van € 5278. Rechtbank Noord-Holland stelt de inspecteur in het gelijk. X stelt in hoger beroep dat zij in Tsjechië woonde.
Hof Amsterdam oordeelt dat X slaagt in het tegenbewijs dat zij haar hoofdverblijf in Tsjechië had. Uit de door X afgelegde verklaringen en de gedingstukken blijkt namelijk dat zij gewoonlijk verbleef in haar eigen huis in Tsjechië om daar voor haar zieke ouders te zorgen en slechts een keer of vier per jaar voor een periode van ongeveer twee weken naar Nederland kwam voor een bezoek aan Nederlandse vrienden en haar echtgenoot, met wie zij een relatie op vriendschappelijk niveau – niet zijnde een klassieke man-vrouw relatie – onderhoudt.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 73
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 34
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 8 december