Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat jaarlijks wordt beoordeeld of voldaan is aan de voorwaarden van de mrb-vrijstelling. Stichting X beroept zich ten onrechte op het vertrouwensbeginsel.

Stichting X gebruikt een personenauto voor vrijwillig c.q gratis vervoer van verstandelijk gehandicapten. In geschil is of dit vervoer kwalificeert als taxivervoer en is vrijgesteld voor de motorrijtuigenbelasting. Volgens Rechtbank Noord-Holland is de goedkeuring van onderdeel 11.6.2 Kaderbesluit (23 november 2015, BLKB2015/1381M, V-N 2015/65.23) alleen van toepassing als X btw-ondernemer is. Door geen vergoeding te vragen, kwalificeert X niet als zodanig. X stelt in hoger beroep dat de vrijstelling voor andere auto’s in het verleden bij herhaling wel is toegekend.

Hof Amsterdam oordeelt dat jaarlijks wordt beoordeeld of voldaan is aan de voorwaarden. X kan aan de eerder – al dan niet ten onrechte – verleende vrijstellingen geen vertrouwen ontlenen. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 72

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 9 april

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen