Aan X zijn op 6, 7 en 31 mei 2016 drie naheffingsaanslagen parkeerbelasting door de gemeente Delft opgelegd. X erkent dat voor de verkeerde parkeerzones is betaald, maar stelt dat sprake was van een storing in de parkeerapp. Op telefonisch aanraden van de gemeente heeft X toen voor een andere zone betaald. Rechtbank Den Haag honoreert het beroep op het vertrouwensbeginsel voor twee van de drie aanslagen. Voor de laatste aanslag gaat dit niet op, omdat X toen redelijkerwijs had moeten weten dat het aanmelden voor een andere zone tot problemen zou leiden. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof Den Haag oordeelt dat X erop mocht vertrouwen dat was voldaan aan zijn verplichting om parkeerbelasting te betalen en dat hij geen naheffingsaanslagen zou krijgen. Met telefoonschermafdrukken en zijn telefoonnota maakt X aannemelijk op 6 mei 2016 een gesprek van ruim anderhalf minuut met de gemeente te hebben gehad. Het maakt niet uit dat andere parkeerders op 6 en 7 mei 2016 wel voor de juiste zone hebben betaald. Dit sluit namelijk niet uit dat X bij het aanmelden last van een storing had. Het beroep van de heffingsambtenaar is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 24 juli