Hof ´s-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat X bv zich terecht beroept op het vertrouwensbeginsel, aangezien de licentieovereenkomsten bij diverse controles in het verleden specifiek aan de orde zijn geweest.  

X bv exploiteert een groothandel in coatings en chemicaliën. X bv betaalt reeds vanaf 1975 licentiekosten voor de terbeschikkingstelling van receptuur en knowhow aan een bedrijf in Liechtenstein. In 2008 stelt de inspecteur na een boekenonderzoek dat de licentieovereenkomsten slechts als dekmantel dienen om geld over te hevelen naar Liechtenstein. In geschil zijn de vpb-navorderingsaanslagen over 2002 tot en met 2005. Rechtbank Breda oordeelt dat X bv jarenlang opzettelijk onjuiste aangiften heeft gedaan door willens en wetens onterechte kosten in aftrek te brengen en de navordering is dan ook terecht. X bv overlegt in hoger beroep diverse jaarrekeningen, notulen, e-mails en andere correspondentie, waaruit is af te leiden dat de overeenkomsten wel degelijk bestaan.

Hof ´s-Hertogenbosch oordeelt dat X bv zich terecht beroept op het vertrouwensbeginsel, aangezien de licentieovereenkomsten bij diverse controles in het verleden specifiek aan de orde zijn geweest. Het door de controles gewekt vertrouwen kan slechts voor de toekomst worden opgezegd. De inspecteur maakt niet aannemelijk dat X bv te kwader trouw is. De inspecteur stelt vergeefs dat hij door internet nu veel beter onderzoek kan doen en dat trustdirecties het pretenderen van substance tot hun core business hebben gemaakt. De inspecteur heeft zijn vermoedens namelijk niet met feiten onderbouwd. Het beroep van X bv is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 28 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen